7. Handleiding voor probleemoplossing
Bij onverwacht gedrag of vermoede productfouten bekijk dan dit hoofdstuk.
Start met de hier beschreven algemene problemen te controleren. Als het probleem blijft aanhouden, neem dan contact op met de leverancier (Victron leverancier of distributeur) voor technische ondersteuning.
Als niet zeker is met wie contact op te nemen of als de leverancier onbekend is, ga dan naar de Victron Energy Support webpagina.
7.1. PV lader is inactief
7.1.1. PV spanning te laag
Controleprocedure PV spanning.
Let op
Een zeer hoge spanning is aanwezig op de PV bekabeling, zelfs als de PV reeks losgekoppeld of uitgeschakeld is. Voer geen van de onderstaande procedures uit tenzij je een opgeleide elektricien voor zonne-energie bent. PV spanning kan tot 450 V DC gaan.
Schakel de Multi uit en zorg ervoor dat er geen spanning aanwezig is op de PV aansluitklemmen, die uit het apparaat komt.
Ontkoppel de MC4 connectoren met geschikt materiaal.
Meet de spanning op de PV kabels. Het is niet aan te raden om standaard multimetersondes te gebruiken voor deze handeling. Gebruik een volledig geïsoleerde MC4 meetkabel aangesloten op de multimeter.
Bevestig dat de gemeten PV spanning hoger is dan de minimale PV startspanning van 120 V.
De minimale PV startspanning is 120 V, maar moet hoger zijn dan 65 V om de MPPT te laten werken.
Als er onvoldoende spanning op de MC4 PV kabels zit.
Controleer de PV kabels.
Controleer de zekeringen en stroomonderbrekers.
Controleer op zware bewolking, slecht weer en controleer of het geen nacht is.
Is er sprake van overmatige schaduw of zijn de PV modules erg vuil.
Mechanische of elektrische problemen met één of meer PV modules in de reeks.
Defecte bedrading tussen de PV reeks Multi
Open of defecte stroomonderbrekers
Doorgebrande zekering
Problemen met een PV combiner.
Als de MPPT nog steeds niet start na het uitvoeren van de bovenstaande controles, kan er een fout zitten in de Multi
7.1.2. Omgekeerde PV polariteit
Zolang de eenheid binnen de gepubliceerde specificaties is geïnstalleerd, is de PV ingang intern beveiligd tegen omgekeerde polariteit van de PV reeks.
Bij omgekeerde PV spanning zal de PV lader geen fout aangeven.
De enige manier om omgekeerde PV spanning te zien is door de volgende tekenen:
De regelaar laadt de accu's niet op, de laadstroom is nul.
De regelaar wordt warm.
De PV spanning is nul of dichtbij nul.
Als dit het geval is, controleer dan op omgekeerde polariteit door ervoor te zorgen dat de positieve PV kabel is aangesloten op de positieve PV klem en de negatieve kabel is aangesloten op de negatieve klem.
Let op
PV spanning meten aan de PV klemmen van een PV lader mag alleen uitgevoerd worden door een bevoegd elektro technicus.
7.1.3. Veiligheidsrelais zijn gesloten.
Veiligheidsrelais, die zichtbaar zijn in het servicecompartiment bij de PV ingangen, kunnen gesloten zijn. Dit gebeurt alleen als de Multi RS Solar zichzelf beschermd heeft tegen een gevaarlijke situatie.
Onder normale bedrijfsomstandigheden moet het kleine zwarte vlaggetje bovenop het relais in de stand "OK" staan. Als het vlaggetje naar de positie met een gevarensymbool wijst, is het gesloten. Als de relais gesloten zijn, dan wordt het PV reeks kortgesloten om te voorkomen dat PV stroom de Multi RS Solar binnenkomt. De PV zekeringen of stroomonderbrekers in de installatie kunnen openen.

De storing kan niet opgelost noch hersteld worden. De relais zijn gesloten om verdere schade door de interne storing te voorkomen.
De Multi RS Solar moet naar de leverancier teruggestuurd worden.
Waarschuwing
TRACHT NIET DE VEILIGHEIDSRELAIS TE RESETTEN. DE RELAIS ZIJN GESLOTEN OM TE BESCHERMEN TEGEN EEN GEVAARLIJKE SITUATIE.
7.2. Accu's worden niet geladen
Er zijn enkele situaties waarbij de accu's niet laden.
Dit kan aangeduid worden door lage of geen accustroom getoond in de VictronConnect app.
De accu is vol en er is niet meer stroom nodig.
Verkeerde instelling (spanning of stroom te laag ingesteld).
De lader wordt extern aangestuurd (ESS of DVCC).
De accutemperatuur is te hoog en temperatuurgecompenseerd opladen is actief of foutief ingesteld,
Omgekeerde PV polariteit.
7.2.1. Accu is vol
Zodra de accu vol is, stopt de PV lader met opladen of vermindert de laadstroom aanzienlijk.
Dit is vooral het geval als de DC belastingen in het systeem tegelijkertijd geen stroom van de accu verbruiken.
Om erachter te komen wat de laadstatus (SoC) van de accu is, kijk op de accumonitor (indien aanwezig), of kijk in welke laadfase de regelaar zich bevindt. Let ook op dat de PV cyclus (kort) door deze laadfases heen gaat aan het begin van de dagelijkse oplaadcyclus:
Bulkfase: 0 - 80 % laadtoestand (SoC)
Absorptiefase 80 - 100 % laadteostand.
Druppel- of opslagfase: 100 % laadtoestand.
Houd er rekening mee dat het ook mogelijk kan zijn dat de PV lader denkt dat de accu vol is, terwijl de accu in werkelijkheid niet vol is. Dit kan gebeuren als de laadspanningen te laag zijn ingesteld, waardoor de PV lader voortijdig overschakelt naar de absorptie- of druppel fase. Raadpleeg voor meer informatie het Accu-instellingen te laag hoofdstuk.
7.2.2. Accu instellingen te laag
|
|
7.2.3. Omgekeerde PV polariteit
Zolang de eenheid binnen de gepubliceerde specificaties is geïnstalleerd, is de PV ingang intern beveiligd tegen omgekeerde polariteit van de PV reeks.
Bij omgekeerde PV spanning zal de PV lader geen fout aangeven.
De enige manier om omgekeerde PV spanning te zien is door de volgende tekenen:
De regelaar laadt de accu's niet op, de laadstroom is nul.
De regelaar wordt warm.
De PV spanning is nul of dichtbij nul.
Als dit het geval is, controleer dan op omgekeerde polariteit door ervoor te zorgen dat de positieve PV kabel is aangesloten op de positieve PV klem en de negatieve kabel is aangesloten op de negatieve klem.
Let op
PV spanning meten aan de PV klemmen van een PV lader mag alleen uitgevoerd worden door een bevoegd elektro technicus.
7.3. Accu's zijn te weinig opgeladen
Dit hoofdstuk behandelt mogelijke redenen waarom de PV lader de accu's niet voldoende oplaadt en de stappen die genomen kunnen worden om de situatie te controleren of te verhelpen.
De accu's hebben te lang nodig om geladen te worden.
De accu's zijn aan de einde van de dag niet volledig geladen.
De laadstroom van de PV lader is minder dan verwacht.
7.3.1. Onvoldoende zon
Controleer elke dag of de PV lader de druppel laadfase bereikt.
Om dit te onderzoeken, kijk naar het tabblad historie in de VictronConnect app. Het histogram geeft weer hoe lang de accu's de afgelopen 30 dagen elke dag zijn geladen in de Bulk-, Absorptie- en Druppel-fase. Als er op een van de histogram kolommen geklikt wordt, wordt er een uitsplitsing van de laadfases getoond.
De laadtijden kunnen gebruikt worden om te zien of de PV reeks de juiste grootte heeft voor de vereisten.
Een systeem dat nooit de druppel fase bereikt, kan de volgende problemen hebben:
Niet voldoende PV panelen.
Te veel belasting.
Een probleem met de reeks dat er voor zorgt dat er een verminderde stroomlevering is.
Voor meer mogelijke redenen raadpleeg paragraaf: “PV vermogen of opbrengst minder dan verwacht"
![]() |
Systeem brengt al zijn tijd in bulk door met uitsplitsing van laadfases - Systeem in bulk en absorptie
7.3.2. Te veel DC belasting
De PV lader laadt niet alleen de accu's, hij levert ook vermogen voor de belastingen op de systeem.
De accu wordt alleen opgeladen als de beschikbare vermogen van de PV panelen groter is dan de vermogen dat wordt opgenomen door de belastingen in de systeem, zoals verlichting, koelkast, omvormer, enzovoort.
Als de accu monitor juist geïnstalleerd en ingesteld is, dan is te zien hoeveel stroom in (of uit) de accu gaat en de PV lader zal vertellen hoeveel stroom de PV reeks op aan het opwekken is.
Een positief teken naast de stroomaflezing betekent dat stroom de accu in stroomt, terwijl een negatief teken betekent dat stroom uit de accu stroomt.
7.3.3. Accukabel spanningsval
Als er een spanningsval over de accukabels komt, zal de PV lader de juiste spanning leveren, maar zullen de accu's een lagere spanning krijgen dat mogelijk kan leiden tot onvoldoende geladen accu's. Een spanningsval van meer dan 2,5 % is onaanvaardbaar.
Acculaden duurt langer.
De accu ontvangt een te lage laadspanning.
Er is een verlies aan laadvermogen.
De accukabels worden warm.
Accukabels met een ontoereikende kernoppervlakte.
Slecht gekrompen kabelschoenen of klemmen.
Losse klemverbindingen.
Slechte of losse zekering(en).
Voor meer informatie over kabel problemen en spanningsval zie Wiring Unlimited boek
Deze controle kan alleen worden uitgevoerd als de lader laadt met volledige stroom. Normaal gesproken het beste 's ochtends. Gebruik de VictronConnect app om de uitgangsstroom te controleren.
Meet de spanning op de accuklemmen van de PV lader met behulp van de VictronConnect app of een multimeter.
Meet de accuspanning op de accu aansluitklemmen via een multimeter.
Vergelijk de twee spanningen en bekijk of er een spanningverschil is.
7.3.4. Verkeerde temperatuurcompensatie instelling
Als de temperatuurcompensatiecoëfficiënt onjuist is ingesteld, kunnen de accu's te weinig of te veel worden opgeladen. De temperatuurcompensatie kan worden ingesteld via VictronConnect of via een beeldscherm.
Raadpleeg de accu documentatie voor de juiste instelling van de temperatuurcompensatiecoëfficiënt voor de accu. Gebruik bij twijfel de standaardwaarde van -64,80 mV / °C voor loodzuuraccu's en schakel de temperatuurcompensatie instelling voor lithium accu's uit.
7.4. Accu's zijn te veel geladen
Waarschuwing
Accu's die te veel zijn geladen zijn zeer gevaarlijk! Er is een risico op accu explosies, -brand of -zuurlekkage. Rook niet, maak geen vonken en heb geen open vuur in dezelfde ruimte als waar de accu's zich bevinden.
![]() |
Onjuiste laadspanning instellingen.
Toepassen van egalisatie terwijl de accu hier niet geschikt voor is.
Hoge stroom en te kleine accu's.
Accuproblemen.
Te hoge stroom, terwijl de accu geen lading meer accepteert vanwege veroudering of eerder verkeerd handelen.
7.4.1. Acculaadspanningen zijn te hoog
Als de acculaadspanningen te hoog zijn ingesteld zal dit de accu's te veel laden
Controleer of alle acculaadspanningen (absorptie en druppel) juist zijn ingesteld.
De laadspanningen moeten overeenkomen met de aanbevolen spanningen zoals vermeld in de documentatie van de accufabrikant.
7.4.2. Accu kan egalisatie niet aan
Tijdens egalisatie zal het laadspanning van de accu behoorlijk hoog zijn en als de accu niet geschikt is om te egaliseren, zal de accu te veel geladen worden.
Niet alle accu's kunnen geladen worden met egalisatie spanningen. Controleer bij de accu fabrikant of de accu die gebruikt wordt periodiek egalisatie laden nodig heeft.
Over het algemeen kunnen gesloten accu's en lithium accu's niet worden geëgaliseerd en moeten daarom niet worden geëgaliseerd.
7.4.3. Accu oud of kapot
Een accu die aan het einde van zijn levensduur is of die door onjuist gebruik is beschadigd, kan te veel worden geladen.
Een accu bevat een aantal cellen die in serie zijn geschakeld. Als een accu oud of beschadigd is, dan is een waarschijnlijk scenario dat een van deze cellen niet meer werkt.
Als de defecte accu wordt opgeladen, dan zal de beschadigde cel geen lading accepteren en zullen de resterende cellen de laadspanning van de defecte cel ontvangen en dus te veel geladen worden.
Om dit te verhelpen, vervang dan de accu. Bij een systeem met meerdere accu's vervang dan de hele accubank. Het wordt afgeraden om accu's van verschillende leeftijden in één accubank te combineren.
Het is moeilijk te zeggen wat er precies met een accu is gebeurd tijdens zijn levensduur. De PV lader bewaart 30 dagen accuspanning historie. Als het systeem ook een accumonitor bevat, of als het systeem is aangesloten op VRM, zijn de accuspanningen en de cyclus historie van de accu toegankelijk. Dit geeft een compleet beeld van de accu historie en er kan worden bepaald of de accu aan het einde van zijn levensduur is of misbruikt is.
Zoek uit hoeveel laad- en ontlaadcycli de accu heeft gehad. De levensduur van de accu hangt samen met het aantal cycli.
Controleer hoe diep de accu gemiddeld is ontladen. Een accu gaat minder cycli mee als deze diep wordt ontladen, vergeleken met als deze minder diep wordt ontladen.
Raadpleeg het gegevensblad van de accu om te zien hoeveel cycli bij welke gemiddelde ontlading de accu aan kan. Vergelijk dit met de accuhistorie en bepaal of de accu bijna aan het einde van zijn levensduur is.
Controleer of de accu wel eens in zijn geheel ontladen is. Totale en zeer diepe ontlading zal een accu beschadigen. Controleer de historie van de accumonitorinstelling op het VRM portaal. Zoek naar de diepste ontlading, het laagste accuspanning en het aantal volledige ontladingen.
Controleer of de accu is opgeladen met een te hoge spanning. Een zeer hoge spanning zal de accu beschadigen. Controleer het maximale accuspanning en de te hoge spanning alarmen in de accumonitor. Controleer of het gemeten spanning de maximale spanningen aanbevolen door de accu fabrikant heeft overschreden.
7.5. PV problemen
Dit hoofdstuk behandelt de resterende potentiële PV problemen die niet al in de eerdere hoofdstukken werden besproken.
7.5.1. PV Opbrengst minder dan verwacht
Controleer de opbrengst geschiedenis van het PV paneel in de VictronConnect app. Controleer het totale maximale vermogen (Pmax) voor elke dag. Komt dit overeen met het vermogen van de reeks?
Gebruik de MPPT maatcalculator op de productpagina van de zonnelaadregelaar om de potentiële zonne opbrengst per dag te vinden voor een specifieke PV reeks grootte in een specifieke geografische locatie.
Dit zijn enkele van de redenen waarom de reeks minder stroom genereert dan verwacht:
Lage zonhoek, seizoensverschillen of ochtend / avond.
Bewolking of slecht weer.
Schaduw van bomen of gebouwen.
Vieze panelen.
Verkeerde oriëntatie en / of helling.
Defecte of slechte zonnepanelen.
Problemen met bedrading, zekeringen, installatieautomaten, spanningsval over de bedrading.
Slechte splitters of combiners, of ze worden op een onjuiste manier gebruikt.
Deel van de PV reeks werkt niet.
PV Reeks ontwerpproblemen.
Zonnepanelen configuratiefout.
De accu's zijn te klein, worden ouder en hebben een verminderde capaciteit.
![]() |
VictronConnect app historie Pmax-lezing
7.5.2. Gespecificeerd uitgangsvermogen niet bereikt
Er zijn een paar redenen waarom de PV lader zijn volledige gespecificeerde uitgangsvermogen niet bereikt.
Sommige van deze redenen zijn reeds uitgelegd in het hoofdstuk: “De accu's hebben te lang nodig om te laden, zijn niet genoeg geladen of laadstroom lager dan verwacht”. Sommige extra redenen zijn uitgelegd in deze paragraaf.
PV reeks te klein
Als het gespecificeerde vermogen van de PV reeks lager is dan de nominale stroom van de PV lader kan de PV lader niet meer vermogen leveren dan dat hij van de PV reeks krijgt.
7.5.3. Gemengde PV paneeltypes
Het wordt niet aanbevolen een mix van verschillende PV paneelt ypes aan te sluiten op dezelfde PV lader.
Gebruik alleen zonnepanelen die hetzelfde merk, type en model zijn.
7.5.4. MC4 Connectoren verkeerd aangesloten
Voor een gedetailleerde uitleg over het aansluiten van MC4 connectoren, MC4 splitters en MC4 combiners, raadpleeg het Wiring Unlimited boek, hoofdstuk: “PV panelen”.
7.5.5. PV Verbindingen verbrand of gesmolten
Verbrande of gesmolten PV kabels of verbindingen vallen over het algemeen niet onder de garantie. In de meeste gevallen is dit te wijten aan een van de volgende redenen:
PV kabel
Kabels met vaste kern of stijve aders gebruikt.
Kabels waarvan de kern is gesoldeerd.
Kabel te dun - onthoud dat de stroom hoger zal zijn als het PV spanning lager is. Voor meer informatie over kabeldiktes zie het Wiring Unlimited boek.
MC4 klemmen
Stroom is hoger dan 30 A per connectorpaar.
Verkeerd gekrompen MC4 connectoren.
Slechte kwaliteit MC4 connectoren gebruikt
7.5.6. Optimizers kunnen niet worden gebruikt
Gebruik geen zonnepanelen met optimizers samen met de PV lader.
Bijna alle optimizers bevatten een MPPT of andere volgmechanismen en dit hindert het MPPT algoritme in de PV lader.
7.6. Communicatieproblemen
Dit hoofdstuk beschrijft problemen die kunnen optreden als de Multi RS Solar wordt verbonden op de VictronConnect app, andere Victron apparaten of apparaten van derden.
7.6.1. Bluetooth
Houd er rekening mee dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de Bluetooth interface defect is. Het probleem wordt hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door iets anders. Gebruik dit hoofdstuk om snel enkele veel voorkomende oorzaken van Bluetooth problemen uit te sluiten.
Zie de VictronConnect handleiding voor een volledige gids voor probleemoplossing.
Controleer of Bluetooth is ingeschakeld
Het is mogelijk om Bluetooth in / uit te schakelen in de productinstellingen. Om opnieuw in te schakelen:
Maak verbinding met de PV lader via de VE.Direct poort.
Ga naar de controllerinstellingen en vervolgens naar “productinfo”.
Schakel Bluetooth opnieuw in.
Controleer of de regelaar is ingeschakeld
Bluetooth is actief zodra de PV lader wordt ingeschakeld.
Controleer of Bluetooth binnen bereik is
In open ruimte is de maximale Bluetooth afstand ongeveer 20 meter. In een bebouwd gebied, in een huis, een schuur, een voertuig of een boot kan deze afstand een stuk korter zijn.
De Windows VictronConnect app ondersteunt geen Bluetooth
De Windows versie van de VictronConnect app ondersteunt geen Bluetooth. Gebruik in plaats daarvan een Android-, iOS- of macOS apparaat. Of, als alternatief, maak verbinding via een VE.Direct naar USB interface.
De regelaar ontbreekt in de VictronConnect apparaatlijst
Enkele stappen om dit probleem op te lossen zijn:
Druk op de oranje verversknop onderaan de VictronConnect app apparaatlijst en controleer of de PV lader nu wordt vermeld. Er kan slechts één telefoon of tablet tegelijk op de PV lader worden aangesloten. Zorg ervoor dat er geen andere apparaten zijn aangesloten en probeer het opnieuw.
Probeer verbinding te maken met een ander Victron product. Werkt dit? Als dat ook niet werkt, is er waarschijnlijk een probleem met de telefoon of tablet.
Sluit problemen met de telefoon of de VictronConnect app uit door een andere telefoon of tablet te gebruiken en probeer het opnieuw.
Raadpleeg de VictronConnect app handleiding als het probleem nog steeds niet is opgelost.
Pincode verloren
Als de pincode niet bekend is, moet de pincode teruggezet worden naar de standaard pincode. Dit wordt gedaan in de VictronConnect app:
Ga naar de apparatenlijst van de VictronConnect app.
Voer de unieke PUK code van de PV lader in zoals afgedrukt op de productinformatiesticker.
Klik op het optiesymbool naast de lijst met PV laders.
Er wordt een nieuw venster geopend waarmee de pincode teruggezet kan worden naar de standaardinstelling: 000000.
Hoe te communiceren zonder Bluetooth
Als Bluetooth niet functioneert, is uitgeschakeld of niet beschikbaar is, dan kan VictronConnect communiceren via de VE.Direct-poort van de eenheid. Of, als de eenheid is aangesloten op een GX apparaat, kan VictronConnect communiceren via VRM. Voor meer informatie raadpleeg het VictronConnect-app hoofdstuk.
7.6.2. VE.Direct port
Deze komen niet vaak voor en als dit gebeurt, is dit waarschijnlijk te wijten aan een van deze problemen die in deze paragraaf worden opgesomd.
Problemen met fysieke kabelconnector of datapoort Probeer een andere VE.Direct kabel en kijk of het apparaat nu zal communiceren. Is de connector juist en diep genoeg ingestoken? Is de connector beschadigd? Inspecteer de VE.Direct poort, zijn er gebogen pinnen? Als dit het geval is, zorg dan dat er geen spanning op het apparaat staat en gebruik dan een tang met lange bekken om de pinnen recht te buigen..
Let op, in tegenstelling tot de meeste andere Victron producten is het niet mogelijk de door middel van de VE.Direct interface te verbinden met een GX apparaat (bijv. Cerbo GX). Er moet gebruik gemaakt worden van de VE.Can interface om verbinding te maken met een GX apparaat.
7.6.3. VE.Smart communicatie
De Multi RS Solar ondersteunt VE.Smart netwerken niet.
7.7. Overzicht foutcodes
Fout 2 - Accuspanning te hoog:
Deze fout wordt automatisch hersteld nadat de accuspanning gezakt is. Deze fout kan voorkomen door andere met de accu verbonden laadapparatuur of bij een fout in de laadregelaar.
Fout 3, fout 4 - Storing remote temperatuursensor:
Controleer of de T-sense connector juist is aangesloten op een remote temperatuursensor. Meest waarschijnlijke oorzaak: de remote T-sense connector is aangesloten op de BAT+ of BAT- klemmen. Deze fout wordt hersteld na juiste aansluiting.
Fout 5 - Storing remote temperatuursensor (verbinding verbroken)
Controleer of de T-sense connector juist is aangesloten op een remote temperatuursensor. Deze fout wordt niet automatisch hersteld.
Fout 6, Fout 7 - Storing remote accuspanningsensor
Controleer of de V-sense connector juist is aangesloten op de accupolen. Meest waarschijnlijke oorzaak: de remote V-sense connector is met omgekeerde polariteit aangesloten op de BAT+ of BAT- klemmen.
Fout 8 - Storing remote accuspanningsensor (verbinding verbroken)
Controleer of de V-sense connector juist is aangesloten op de accupolen.
Fout 11 - Accu hoge rimpelspanning:
Een hoge DC rimpel wordt meestal veroorzaakt door losse DC kabelverbindingen en/of een te dunne DC bedrading. Nadat de omvormer uitgeschakeld werd vanwege te hoge DC rimpelspanning wacht de omvormer 30 seconden en herstart dan.
Na drie herstarts gevolgd door een uitschakeling vanwege een te hoge DC rimpelspanning binnen 30 seconden na het opnieuw opstarten, zal de omvormer worden uitgeschakeld en zal het niet opnieuw proberen op te starten. Om de omvormer opnieuw te starten, schakel de omvomer Uit en vervolgens weer Aan.
Een continu hoge DC rimpel verkort de verwachte levensduur van de omvormer.
Fout 17 - Regelaar oververhit ondanks verminderde uitgangsstroom:
Deze fout wordt automatisch hersteld als de lader is afgekoeld. Controleer de omgevingstemperatuur en controleer of er geen obstakels in de buurt van de ventilatieroosters zijn.
Fout 20 - Maximale bulktijd overschreden:
De maximale bulktijd bescherming is een functie die in de laders zat toen ze net werden uitgebracht (2015 of eerder) en later is deze functie verwijderd.
Als deze fout optreed, werk dan bij naar de nieuwste firmware.
Als er dan nog steeds een fout optreed, voer dan een reset uit naar de fabrieksinstellingen en stel de zonnelader opnieuw in.
Fout 22, fout 23 - Storing interne temperatuursensor:
De interne temperatuurmetingen zijn buiten bereik.
Koppel alle draden los en sluit vervolgens alle draden weer aan om de eenheid opnieuw te laten starten.
Deze fout wordt niet automatischhersteld.
Als de fout zich blijft voordoen, neem dan contact op met de leverancier, er is mogelijk een hardwarefout.
Fout 27 - Lader kortsluiting:
Deze toestand duidt op een te hoge stroom aan de accuzijde. Dit kan gebeuren als een accu met de eenheid verbonden is via een magneetschakelaar. Of in geval de lader opstart zonder een verbonden accu maar verbonden met een omvormer die een grote ingangcapaciteit heeft.
Deze fout wordt automatisch hersteld. Als de fout niet automatisch wordt hersteld: koppel de laadregelaar los van alle stroombronnen, wacht 3 minuten en start het weer opnieuw op. Als de fout blijft, is de lader waarschijnlijk defect.
Fout 29 - Te veel laden bescherming:
Deze fout wordt automatisch hersteld als de accuspanning onder de druppelspanning zakt. Om de accu te beschermen tegen te veel laden is de accu ontkoppeld.
Mogelijke oorzaken:
Te grote PV reeks configuratie, als er te veel panelen in reeksen zijn, kan de accuspanning niet verder verlaagd worden. Overweeg het aansluiten van meer PV panelen in parallel om de spanning te verminderen.
Instellingen probleem, controleer of de accuinstellingen overeenkomen met de installatie (vooral absorptie en druppelspanning instellingen).
Een andere lader in het systeem verhoogt de accuspanning boven het verwachte niveau.
Fout 33 - PV Te hoge spanning:
Deze fout zal automatisch herstellen als de PV spanning naar veilige waardes gezakt is. Deze foutmelding geeft aan dat de configuratie van de PV reeks met betrekking tot de open-circuit spanning van essentieel belang is voor deze lader. Controleer de configuratie en herorganiseer panelen indien nodig.
Fout 34 - PV Te hoge stroom:
De stroom van de PV reeks heeft de maximaal toegestane stroom overschreden. Deze fout kan worden veroorzaakt door een interne systeemfout. Koppel de lader los van alle stroombronnen, wacht 3 minuten en start opnieuw op. Als de fout blijft, is de regelaar waarschijnlijk defect, neem contact op met de leverancier.
Fout 35 - PV Te hoog vermogen:
Werk de firmware bij tot minstens v1.08 omdat daarmee de problemen die deze fout veroorzaken opgelost zijn.
Als er firmware v1.08 of nieuwer gebruikt wordt, dan duidt deze fout aan dat de interne DC spanning te hoog is. Deze fout wordt automatisch hersteld. Als de fout niet automatisch wordt hersteld: koppel de laadregelaar los van alle stroombronnen, wacht 3 minuten en start het weer opnieuw op. Als de fout blijft, is de lader waarschijnlijk defect.
Fout 41 - Omvormer uitgeschakeld (isolatieweerstand paneel te laag):
PV paneel isolatieweerstand te laag. Controleer de bekabeling van de PV reeks en paneel isolatie, de omvormer start automatisch op als het probleem verholpen is.
Fout 42 - Omvormer uitgeschakeld (aardingsstroom te hoog >30 mA):
De aardlekstroom in de PV reeks is hoger dan de toegestane 30 mA limiet. Deze fout wordt niet automatisch hersteld. Controleer de PV reeks bekabeling en paneel isolatie. Controleer de installatie en herstart de unit door middel van de Aan- / Uit schakelaar.
Fout 43 - Omvormer uitgeschakeld (aardingsfout):
Het spanningsverschil tussen nul en aarde is te hoog.
Omvormer of Multi (niet aangesloten op het net):
Het interne aardrelais is actief, maar de spanning over het relais is te hoog. Het relais is mogelijk beschadigd.
Multi (aangesloten op het net):
De aardedraad in de installatie is niet aanwezig of niet juist aangesloten.
Fase en nul zijn omgewisseld in de installatie.
Deze fout wordt niet automatisch hersteld. Controleer de installatie en herstart de eenheid door middel van de Aan /Uitschakelaar.
Fout 50, Fout 52 - Omvormer overbelast, omvormer piekstroom:
Sommige belastingen zoals motoren of pompen trekken grote aanloopstromen in een opstartsituatie. In dergelijke omstandigheden is het mogelijk dat de aanloopstroom hoger is dan het te hoge stroomniveau van de omvormer. In dit geval zal de uitgangsspanning snel afnemen om de uitgangsstroom van de omvormer te begrenzen. Indien te hoge stroom niveau voortdurend overschreden wordt, wordt de omvormer uitgeschakeld: wacht 30 seconden en herstart vervolgens.
De omvormer kan voor een korte periode meer stroom leveren dan het nominaal stroomniveau. Als deze tijd wordt overschreden dan stopt de omvormer.
Na 3 keer opnieuw opgestart te zijn, gevolgd door een nieuwe overbelasting binnen 30 seconden, zal de omvormer uitschakelen en uitgeschakeld blijven. Om de omvormer opnieuw te starten, schakel de omvomer Uit en vervolgens weer Aan.
Als de fout blijft verlaag dan de belastingen op de AC uitgangsklem door apparaten uit te schakelen of los te koppelen.
Fout 51 - Omvormer temperatuur te hoog:
Een hoge omgevingstemperatuur of een blijvende hoge belasting kan ertoe leiden dat de temperatuur te hoog wordt. Verlaag de belasting en/of verplaats de omvormer naar een beter geventileerd gebied en controleer op belemmeringen in de buurt van de ventilatoruitlaten.
De omvormer zal opnieuw opstarten na 30 seconden. De omvormer blijft niet uitgeschakeld na meerdere pogingen.
Fout 53 - Omvormer uitgangsspanning:
Als de accuspanning laag begint te worden en er komt een grote belasting op de AC uitgang te staan dan is de omvormer niet in staat de juiste uitgangsspanning te behouden. Laad de accu opnieuw of verlaag de AC belastingen om de werking te behouden.
Fout 54 - Omvormer uitgangsspanning:
Als de accuspanning laag begint te worden en er komt een grote belasting op de AC uitgang te staan dan is de omvormer niet in staat de juiste uitgangsspanning te behouden. Laad de accu opnieuw of verlaag de AC belastingen om de werking te behouden.
Als de fout onmiddellijk verschijnt bij het inschakelen van de omvormer (zonder belasting) op een volle accu dan is de oorzaak hoogstwaarschijnlijk een defecte vervangbare interne zekering. Neem contact op met de Victron leverancier voor ondersteuning.
Fout 55, Fout 56, Fout 58 - Omvormer zelftest mislukt:
Vóór het inschakelen van de uitgangen voert de omvormer zelftesten uit. Als één van deze testen mislukt dan zal een foutbericht getoond worden en zal de omvormer niet inschakelen.
Probeer eerst de omvormer te herstarten door deze uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen. Als de fout aanhoudt, is de omvormer waarschijnlijk defect.
Fout 57 - Omvormer AC spanning op uitgang:
Er is al een AC spanning op de AC uitgangsklem voor het inschakelen van de omvormer. Controleer of de AC uitgang niet is verbonden met een stopcontact of een andere omvormer.
Deze fout wordt niet automatisch hersteld. Controleer de installatie en herstart de eenheid door middel van de Aan /Uitschakelaar.
Fout 59 - AC-IN-1 relaistest storing:
Automatisch controleren van het ontkoppelen betekent mislukking. Dit duidt gewoonlijk op een defect relais (klevend contact) in het AC ingangscircuit.
Fout 65 - communicatiewaarschuwing:
Communicatie met één van de parallel geschakelde regelaars is verbroken. Schakel de regelaar uit en weer in om de waarschuwing te wissen.
Fout 66 - Incompatibel apparaat:
De lader is parallel geschakeld aan een andere lader met verschillende instellingen en / of een ander laadalgoritme.
Zorg ervoor dat alle instellingen hetzelfde zijn en werk de firmware van alle laders bij naar de laatste versie.
Deze fout verschijnt ook als MPPT's verbonden zijn met een GX apparaat terwijl ze ingesteld zijn voor een VE.Smart netwerk. Schakel de VE.Smart netwerk functies uit en gebruik in de plaats ervan de GX.
Verdere stappen voor de probleemoplossing zijn hier beschreven.
Fout 67 - BMS Verbinding verbroken:
Deze fout wordt getoond als de lader is ingesteld om te worden bestuurd door een BMS, maar geen besturingsberichten van een BMS ontvangt. In die situatie stopt de lader met laden door de uitgangsspanning te verlagen naar de basis spanning van de accu. Dit is een veiligheidsmechanisme, de reden om nog steeds de uitgang in te schakelen is om een systeem toe te laten zelf te herstellen van een lage accu situatie.
PV laders tonen deze fout alleen als er PV vermogen beschikbaar is en het apparaat dus klaar is om te beginnen met laden. Het wordt 's nachts niet getoond. En als er een permanent probleem is, zal de fout 's ochtends optreden en 's nachts verdwijnen, enzovoort.
Oplossing: controleer de verbinding tussen de lader en het BMS.
Hoe de lader opnieuw in te stellen op de standalone modus
Onze laders en PV laders stellen zichzelf automatisch in om BMS gestuurd te zijn als ze hierop zijn aangesloten; ofwel direct of via een GX apparaat. En die instelling is semi permanent: uit- en inschakelen van lader zal deze instelling niet resetten.
Bij het verwijderen van de lader uit dergelijk systeem, en het opnieuw gebruiken in een systeem zonder BMS, moet die instelling gewist worden. Kijk hier hoe dat te doen:
Laders met LCD weergave: ga naar het instellingen menu en verander de instelling “BMS” van “J” in “N” (setup item 31).
Andere laders: herstel de lader naar de fabrieksinstellingen met VictronConnect en stel de lader vervolgens opnieuw in.
Fout 69 - Netwerk verkeerd ingesteld:
Van toepassing op de Inverter RS en Multi RS modellen. Firmware versies 1.11 en hoger.
Deze fout geeft een probleem in de instellingen aan. Er zijn eenheden aanwezig op dezelfde CAN bus die verschillende systeeminstellingen hebben. Zorg ervoor dat alle eenheden ofwel ingesteld zijn op “1-fase” of “3-fasen” en alle eenheden zijn ingesteld op ofwel ”50 Hz” of ”60 Hz”. Alle eenheden blijven uitgeschakeld tot de instellingen zijn hersteld, waarna de eenheden opnieuw beginnen te werken.
Fout 70 - Netwerk verkeerd ingesteld:
Van toepassing op de Inverter RS modellen. Firmware versies 1.11 en hoger.
Omvormer RS eenheden kunnen niet gekoppeld worden aan een Multi RS en/of omschakelautomaat.
Fout 71 - Netwerk verkeerd ingesteld:
Van toepassing op de Inverter RS en Multi RS modellen. Firmware versies 1.11 en hoger.
Er zijn eenheden aanwezig met incompatibele firmware op de CAN bus. Zorg ervoor dat alle eenheden bijgewerkt worden tot dezelfde firmware versie. Alle eenheden blijven uitgeschakeld tot de firmwares bijgewerkt zijn, waarna de eenheden opnieuw beginnen te werken.
Fout 72 - Faserotatie:
Van toepassing op de Inverter RS en Multi RS modellen. Firmwareversies 1.12 en hoger.
Controleer of de fasevolgorde correct is L1→L2→L3.
De omvormers blijven in bedrijf, maar maken geen verbinding met het elektriciteitsnet. Als het probleem is opgelost,dan maken de eenheden verbinding met het net..
Fout 73 - Meerdere AC ingangen:
Van toepassing op de Inverter RS en Multi RS modellen. Firmwareversies 1.12 en hoger.
Per fase is maar één actieve aansluiting op het net toegelaten, verwijder de overtollige aansluiting of schakel ze uit.
De omvormers blijven in bedrijf, ze worden niet aangesloten op het net. Als het probleem is opgelost,dan maken de eenheden verbinding met het net..
Fout 74 - Te veel eenheden parallel geschakeld:
Van toepassing op de Inverter RS en Multi RS modellen. Firmwareversies 1.12 en hoger.
Het aantal parallel geschakelde omvormers komt niet overeen met de overdrachtcapaciteiten van de AC ingangsrelais van de Multi RS of omschakelautomaat. Firmware v1.12 ondersteunt geen parallel geschakelde eenheden en een netaansluiting, dus elke combinatie van een Multi RS met een netaansluting met meer dan één parallel geschakelde eenheid start deze foutcode op de Multi RS. De Multi RS ondersteunt momenteel uitsluitend 3 eenheden in 3-fasen configuratie.
De omvormers blijven in bedrijf, de eenheden geen verbinding met het net. Als het probleem is opgelost,dan maken de eenheden verbinding met het net..
Fout 75 - Netwerk verkeerd ingesteld:
Van toepassing op Multi RS modellen. Firmwareversiens 1.19 en hoger.
3-Fasen werking is nog niet gecertificeerd in combinatie met de geselecteerde netcode.
De omvormers blijven in bedrijf, de eenheden geen verbinding met het net.
Fout 76 - Netwerk onvolledig:
Van toepassing op de Inverter RS en Multi RS modellen.
De omvormers worden uitgeschakeld omdat er onvoldoende eenheden zijn om een netwerkopstelling te laten werken. Controleer of alle vereiste apparaten zijn ingeschakeld en of de CAN interfacekabels goed zijn aangesloten. Alle eenheden blijven uitgeschakeld tot de installatie hersteld is, waarna de eenheden opnieuw beginnen te werken.
Gerelateerde instellingen in VictronConnect zijn “CAN netwerk eiland bedrijf voorkomen” + “Aantal omvormers in het systeem” en “Verdergaan met ontbrekende fase” in de Systeemrubriek.
Fout 116 - Kalibratiegegevens verloren:
Als de eenheid niet werkt en fout 116 verschijnt als de actieve fout, dan is de eenheid defect. Neem contact op met de leverancier voor een vervangend product.
Als de fout alleen aanwezig is in de historische gegevens en het apparaat normaal werkt, kan deze fout veilig worden genegeerd.
Verklaring: Als de eenheden voor de allereerste keer in de fabriek opstarten, hebben ze geen kalibratiegegevens en wordt een fout 116 gelogd. Uiteraard had dit moeten worden gewist, maar in het begin verlieten de eenheden de fabriek met dit bericht nog in de geschiedenisgegevens.
Fout 117 - Incompatibele firmware:
Deze fout geeft aan dat een firmware-update niet voltooid werd, dus is het apparaat maar gedeeltelijk bijgewerkt. Mogelijke oorzaken zijn: apparaat buiten bereik bij draadloos bijwerken, een kabel werd ontkoppeld of de spanning viel weg tijdens het bijwerken.
Om dit te herstellen moet het bijwerken opnieuw geprobeerd worden, download de juiste firmware voor het apparaat via het Victron Professional Portaal
Als het GX apparaat met VRM verbonden is, dan kan er een remote firmware-update uitgevoerd worden via dit firmwarebestand. Dit kan gedaan worden via de VRM website of via het VRM tabblad in VictronConnect. VictronConnect kan ook samen met het firmwarebestand gebruikt worden via een Bluetooth verbinding.
De procedure om het bestand toe te voegen aan VictronConnect en de update te starten wordt hier beschreven: 9. Firmware updates.
Fout 119 - Instellingen gegevens verloren:
De lader kan zijn instellingen niet lezen en is gestopt.
Deze fout wordt niet automatisch hersteld. Om het weer werkend te krijgen:
Herstel het eerst naar de fabrieksinstellingen. (rechtsboven in VictronConnect, klik op de drie bolletjes).
Koppel de lader los van alle stroombronnen.
Wacht 3 minuten en schakel opnieuw in.
Stel de lader opnieuw in.
Meld dit alstublieft aan de Victron leverancier en vraag om het aan Victron te melden; aangezien deze fout nooit zou mogen gebeuren. Voeg bij voorkeur de firmwareversie en andere details toe (VRM URL, VictronConnect schermafbeeldingen of vergelijkbaar).
Fout 121 - Test fout:
Als de eenheid niet werkt en fout 121 verschijnt als de actieve fout, dan is de eenheid defect. Neem contact op met de leverancier voor een vervangend product.
Als de fout alleen aanwezig is in de historische gegevens en het apparaat normaal werkt, kan deze fout veilig worden genegeerd. Verklaring: als de units voor de allereerste keer in de fabriek opstarten, hebben ze geen kalibratiegegevens en wordt een fout 121 gelogd. Uiteraard had dit moeten worden gewist, maar in het begin verlieten de eenheden de fabriek met dit bericht nog in de geschiedenisgegevens.
Fout 200 - Interne DC spanningsfout:
De eenheid voert interne diagnostiek uit bij het activeren van de interne DC-DC omvormer. Deze fout duidt aan dat er iets mis is met de DC-DC omvormer.
Deze fout wordt niet automatisch hersteld. Controleer de installatie en herstart de eenheid door middel van de Aan-/Uitschakelaar. Als de fout blijft, is de eenheid waarschijnlijk defect.
Fout 201 - Interne DC spanningsfout:
Van toepassing op de MPPT RS, Inverter RS en Multi RS.
Deze “Interne DC spanningsmeetfout” wordt vermeld als er een interne (hoog-) spanningsmeting niet overeenkomt met bepaalde criteria.
Zorg er eerst voor de firmware bij te werken tot v1.08 of later. De beperkingen waren te strikt in vroegere versies. En het kan onjuist starten tijdens MPPT opstart 's ochtends en MPPT sluiting 's avonds.
Als de fout blijft na het bijwerken naar v1.08 of later betekent dit dat een meetcircuit binnen de eenheid defect is.
Deze fout wordt niet automatisch hersteld. Controleer de installatie en herstart de eenheid door middel van de Aan-/Uitschakelaar. Als de fout blijft, zelfs na de bovenvermelde firmware-update, is de eenheid waarschijnlijk defect en moet teruggestuurd worden voor reparatie/vervanging.
Fout 203, fout 204, fout 212, fout 215 - fout interne voedingsspanning:
De eenheid voert interne diagnostiek uit bij het activeren van de interne spanningstoevoer Deze fout duidt aan dat er iets mis is met de interne voedingsspanning.
Deze fout wordt niet automatisch hersteld. Controleer de installatie en herstart de eenheid door middel van de Aan-/Uitschakelaar. Als de fout blijft, is de eenheid waarschijnlijk defect.